Uitvoering motie ‘Voorkom onnodig extra lijden van dieren’


Indiendatum: 21 feb. 2024

Toelichting

In collegebericht 2024-019 staat hoe het college uitvoering geeft aan de moties ‘Halal en koosjer hoort ook in de bedrijfskantine’ (2023-31M ) en ‘Voorkom onnodig extra lijden van dieren’ (2023-036M). Deze laatste motie vraagt: “Indien motie 2023-31M wordt aangenomen bij de uitvoering uitsluitend Halal en Koosjer vlees met het Beter Leven Keurmerk ter beschikking te stellen op verzoek en dit keurmerk ook als voorwaarde te stellen voor alle andere dierlijke producten die op verzoek worden verstrekt.”

Uit het collegebericht blijkt dat de laatstgenoemde motie niet wordt uitgevoerd. Het collegeschrijft namelijk: “We streven ernaar om zoveel mogelijk producten aan te bieden die een Beter Leven Keurmerk hebben. Een aantal producten voldoet hier al aan.”

Daarmee is duidelijk dat er door de cateraar nog steeds dierlijke producten zonder het Beter Leven Keurmerk worden aangeboden. Dit zijn producten afkomstig van dieren waarvan onzeker is of zij voorafgaand aan de slacht bedwelmd waren. Een deel van deze dieren is bij volle bewustzijngeslacht.

De fractie van de Partij voor de Dieren vindt het onacceptabel dat de gemeente Amersfoort op deze manier bijdraagt aan onnodig extra lijden van dieren terwijl er een aangenomen motie is om dit nu juist te voorkomen.

Uitspraak Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Het collegebericht kwam precies in de week dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat het verbod op onverdoofd ritueel slachten niet in strijd is met de godsdienstvrijheid of het discriminatieverbod. De zaak was aangespannen door joodse en islamitische burgers en organisaties in reactie op het verbod op onverdoofd ritueel slachten van dieren in Vlaanderen en Wallonië (sinds 2019). Zij kregen ongelijk. [1] [2] [3]

Het Hof stelde vast dat Vlaanderen en Wallonië hebben gezocht naar een proportioneel alternatief voor de verplichting tot voorafgaande bedwelming, namelijk omkeerbare bedwelming voorafgaand aan de slacht. Daarbij wijst het Hof op de conclusie van het parlementaire document: “Geen enkele minder radicale maatregel kan de doelstelling van het verminderen van de schade aan het dierenwelzijn op het moment van de slacht voldoende verwezenlijken.”

Het Hof concludeert dat het verbod op onverdoofd ritueel slachten proportioneel is voor het nagestreefde doel, namelijk de bescherming van dierenwelzijn.

De uitspraak van het Mensenrechtenhof is in lijn met het standpunt van de KNMvD, vereniging voor en door dierenartsen en de EFSA, de Europese voedsel- en warenautoriteit. Beide instanties spreken zich uit tegen de onbedwelmde slacht. [4] [5]

KNMvD zegt hierover: “Bij onbedwelmd slachten wordt het welzijn van runderen, schapen en geiten onaanvaardbaar geschaad. De acceptatie van (reversibele) bedwelming binnen de islamitische en joodse gemeenschap moet worden bevorderd, waarbij de overheid een stimulerende rol heeft.”

EFSA stelt: “Since during slaughter without stunning all animals have to endure the welfare consequences resulting from remaining conscious during bleeding and therefore experience severe pain, fear and distress, slaughter without stunning should not be practiced.”

Schriftelijke vragen

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

  1. Erkent het college dat door de cateraar dierlijke producten worden aangeboden die geen Beter Leven Keurmerk hebben en dat dit niet in lijn is met de motie ‘Voorkom onnodig extra lijden van dieren’?
  2. Deelt het college het oordeel van dierenartsen en de Europese voedsel- en warenautoriteit EFSA dat bij de onverdoofde slacht het welzijn van dieren onaanvaardbaar wordt geschaad?
    Zo ja, welke consequenties verbindt het college hieraan voor de aankoop van dierlijke producten door de gemeentelijke cateraar?
    Zo nee, met welke onderbouwing wijkt het college af van het oordeel van deze deskundigen?
  3. Is het college het eens met het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat omkeerbare bedwelming voorafgaand aan de slacht een proportionele maatregel is om de schade aan dierenwelzijn tijdens de slacht te beperken?
  4. Hoe weegt het college het belang van een dier om niet bij volle bewustzijn geslacht te worden tegen het belang van een mens om in de bedrijfskantine vlees te eten?
  5. Is het college het ermee eens dat plantaardig voedsel voldoet aan alle religieuze dieeteisenen daarbij ook beter is voor het milieu?
  6. Wanneer verwacht het college volledig uitvoering te geven aan motie 36M?

[1] https://www.echr.coe.int/w/judgment-concerning-belgium-3
[2] Mensenrechtenhof: verbod op rituele slacht is geen discriminatie | RTL Nieuws
[3] Verbod op onverdoofd slachten kan wel degelijk, oordeelt Europees Hof voor de Rechten van de Mens | VRT NWS: nieuws
[4] KNMvD Standpunt Onbedwelmd slachten: https://www.knmvd.nl/app/uploads/2018/06/KNMvD-standpunt-onbedwelmd-slachten-1.pdf
[5] EFSA Journal 2020;18(11):6275: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7607414/


Indiendatum: 21 feb. 2024
Antwoorddatum: 12 mrt. 2024

Inleiding door het college:

Met collegebericht 2024-019 hebben wij de gemeenteraad geïnformeerd over de uitvoering van twee moties die zijn aangenomen met betrekking tot het aanbod in het bedrijfsrestaurant. Dit bericht heeft onbedoeld het effect gehad dat de indruk is ontstaan
dat het college de motie Beter Leven Keurmerk niet uitvoert.

Wij constateren dat de motie halal/koosjer in de praktijk relatief eenvoudig en snel uit te voeren was. En dat de motie met betrekking tot het Beter Leven Keurmerk simpelweg in de uitvoering wat complexer is en meer tijd heeft gevraagd. In de onderstaande beantwoording gaan wij verder in op de wijze waarop wij die verandering – met aandacht voor persoonlijke vrijheid en keuzes - willen vormgeven.

We zijn blijvend in gesprek met onze cateraar over het verbeteren/aanpassen van het aanbod en kunnen inmiddels bevestigen dat vanaf 2 april 2024 100% van het vlees dat in het bedrijfsrestaurant geserveerd wordt (inclusief vergaderlunches, etc.) het Beter Leven Keurmerk heeft.

Vragen & antwoorden van het college

  1. Erkent het college dat door de cateraar dierlijke producten worden aangeboden die geen Beter Leven Keurmerk hebben en dat dit niet in lijn is met de motie ‘Voorkom onnodig extra lijden van dieren’?

    De cateraar verstrekt vanaf komende week (2 april 2024) alleen vleesproducten die voldoen aan het Beter Leven Keurmerk en is daarmee in lijn met de door u genoemde motie.
  2. Deelt het college het oordeel van dierenartsen en de Europese voedsel- en warenautoriteit EFSA dat bij de onverdoofde slacht het welzijn van dieren onaanvaardbaar wordt geschaad? Zo ja, welke consequenties verbindt het college hieraan voor de aankoop van dierlijke producten door de gemeentelijke cateraar? Zo nee, met welke onderbouwing wijkt het college af van het oordeel van deze deskundigen?

    In Nederland moet een dier dat wordt geslacht voor het doden bewusteloos worden gemaakt. Uitzonderingen worden alleen gemaakt voor slachthuizen die van de NVWA de toestemming hebben voor het ritueel slachten van dieren. Het afwijken van een oordeel van deze deskundige is niet aan de orde. Wij volgen de geldende wet- en regelgeving.
  3. Is het college het eens met het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat omkeerbare bedwelming voorafgaand aan de slacht een proportionele maatregel is om de schade aan dierenwelzijn tijdens de slacht te beperken?

    Dat is een proportionele maatregel en ook zo – rituele slachting uitgesloten – conform wet- en regelgeving van toepassing op de producten die worden ingekocht.
  4. Hoe weegt het college het belang van een dier om niet bij volle bewustzijn geslacht te worden tegen het belang van een mens om in de bedrijfskantine vlees te eten?

    Die weging is niet meer aan de orde nu vanaf 2 april 2024 geldt dat alle vleesproducten voldoen aan het Beter Leven Keurmerk.
  5. Is het college het ermee eens dat plantaardig voedsel voldoet aan alle religieuze dieeteisen en daarbij ook beter is voor het milieu?

    Plantaardig voedsel past in de voorschriften van religieuze dieeteisen en draagt ook bij aan een beter milieu. Daarom is het aanbod in het bedrijfsrestaurant ook gewijzigd waarbij het aanbod plantaardig voedsel is vergroot en werken wij volgens de principes van ‘carnivoor geef het door’. Het college is van mening dat medewerkers zelf de keus moeten hebben en een afweging moeten kunnen maken over wat zij eten. Daarom zorgen we ervoor dat er voor iedereen keuze is en stimuleren wij met ons aanbod om te kiezen voor plantaardige producten om daarmee een bijdrage te kunnen leveren aan een beter milieu.
  6. Wanneer verwacht het college volledig uitvoering te geven aan motie 36M?

    Zoals in de inleiding door het college is aangegeven, is de motie inmiddels uitgevoerd.