Groen­waarden percelen Achter­hoekerweg behouden


Indiendatum: 23 nov. 2022

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

1.
Hoe rijmt het college de in het bestemmingsplan, kavelpaspoorten en ons bomenbeleid genoemde doelen van behoud van bomen en andere houtopstanden met de kap van 80 tot 125 bomen op de percelen aan de Achterhoekerweg 6 en 1a en van andere houtopstanden op deze percelen?

2.
a. Heeft het college in de Raadsinformatiebrief ook andere houtopstanden dan ‘bomen’ betrokken? Zo ja, waarom staat de onlangs gevelde haag van perceel Achterhoekerweg 6 (‘Logeertuin’) er dan niet in? Zo nee, waarom niet?
b. Deelt het college onze mening dat andere houtopstanden dan bomen horen bij ons bomen- en groenbeleid als te beschermen waarden?
c. Wil het college ons zo snel mogelijk laten weten welke houtopstanden nog op de kapnominatie staan en zich tot die tijd van kap onthouden?

3.
a. Deelt het college onze mening dat de kap van de haag van de Logeertuin niet in overeenstemming is met het doel om houtopstanden te behouden? (zie vraag 1)
b. Deelt u onze mening dat de gekapte haag valt onder de definitie van ‘Houtopstand’ in de zin van vergunningsplichtige houtopstand op basis van de Fysieke Leefomgeving (zie: https://lokaleregelgeving.over...): “een of meer bomen, hakhout, een houtwal of houtig opstaande gewassen met een min of meer aaneengesloten bladerdak van minimaal 50 vierkante meter?” En dat er een voorafgaande vergunning van burgemeester en wethouders nodig was geweest?

4.
a. Kan het college aangeven hoeveel bomen en andere houtopstanden er in totaal op de bedoelde percelen staan? Zo nee, waarom niet?
b. Welk percentage van de bomen en andere houtopstanden wordt verwijderd?

5.
a. Kan het college inzicht geven in de waarden van de individuele bomen en houtopstanden die (mogelijk) gekapt worden? (De Bomenleiddraad stelt dat een heldere afweging nodig is om de waarde van de bestaande bomen - inclusief andere houtopstanden - en het effect van de ontwikkeling in beeld te brengen. Belangrijke input daarvoor vormen de Bomen Effect Rapportage en de Bomen Effect Analyse. Wij hebben alleen een ‘Inventarisatie cultuurhistorische landschapselementen’ gevonden. Dat is onvoldoende om de bedoelde heldere afweging mogelijk te maken.) Zo ja, wil het college de raad hierin inzage geven? Zo nee, wat is de reden dat deze niet gemaakt is?
b. Is het college bereid om de raad alsnog inzicht te geven in de waarde van de (mogelijk) te kappen houtopstanden, zoals door middel van deze verplichte rapportages?

6.
a. Kan het college inzicht geven in hoe hij heeft gepoogd de bouwvlakken en infrastructuur op de percelen zo optimaal mogelijk te positioneren, waardoor zoveel mogelijk bestaande natuur-, groen- en landschapswaarden behouden blijven? Bijvoorbeeld door inzicht te geven in de opties die zijn overwogen?
b. In hoeverre is bij het positioneren van bouwvlakken en infrastructuur gekeken naar de diverse waarden van bomen en ander groen? (In de Raadsinformatiebrief worden alleen ‘natuurwaarden’ genoemd.)

7.
Maakte de kap onlangs van de haag rond het perceel van de Logeertuin deel uit van de voorbereidende werkzaamheden waarop het college doelt in de Raadsinformatiebrief?

8.
Hoe had de raad kunnen voorkomen dat, ondanks het benoemen van het belang van behoud van groen in ons beleid en in het bestemmingsplan (o.a. kavelpaspoorten) en in de (uitgangspunten voor) de Ontwikkelingsvisie Over de Laak en het coalitieakkoord ‘Akkoord!’, in de praktijk toch geen sprake is van (zoveel mogelijk) behoud van de bomen en andere houtopstanden?

9.
Het college schrijft dat de ‘bomen’ zullen worden gecompenseerd (naast de kavels). Geldt dat ook voor de andere te kappen / gekapte houtopstanden? Een haag of houtwal is soms in vele opzichten waardevoller dan een boom. Zo nee, waarom vindt er geen volwaardige groencompensatie plaats? Zo ja, waar vindt de compensatie plaats?

10.
a. Hoe voorkomt het college dat in de toekomst opnieuw groen ‘moet’ wijken voor het ‘schoon’ opleveren van bouwkavels?
b. Op welke manier gaat u hierover voortaan communiceren, in een zo vroeg mogelijk stadium?

11.
Is het college bereid om te onderzoeken of het groen (in dit geval en in toekomstige gevallen) een nieuwe bestemming kan krijgen, bijvoorbeeld via de Stichting Struikrovers* of op initiatief van de gemeente? (*https://www.struikroven.nu/het...)

12.
a. Het college schrijft over het groenonderhoud: ‘De erven zijn jarenlang niet onderhouden.’ Ons is duidelijk geworden dat minstens 2 van de knotwilgen die genoemd worden in het rapport ‘Inventarisatie cultuurhistorische landschapselementen’ (langs deel c van kavel Achterhoekerweg 6) teniet zijn gegaan. In hoeverre is dit het gevolg van achterstallig onderhoud door de gemeente?
b. Zijn er meer houtopstanden die door achterstallig onderhoud teniet zijn gegaan of dreigen te gaan?

13.
a. “Het niet uitgeven van (alle) kavels omdat er geen bomen mogen worden gekapt heeft grote financiële gevolgen”, stelt het college in de risicoparagraaf van de raadsinformatiebrief. Voor het kappen van de bomen vraagt het college toestemming bij de provincie. Waarschijnlijk doelt het college op H4, par. 4.1. van de Wet natuurbescherming, ‘Houtopstanden’. Maar deze paragraaf heeft (met uitzondering van artikel 4.6) geen betrekking op ‘houtopstanden op erven of in tuinen’, ‘fruitbomen en windschermen om boomgaarden’ of op ‘uit populieren of wilgen bestaande wegbeplantingen, beplantingen langs waterwegen, en eenrijige beplantingen langs landbouwgronden’. Op de bomen die u in de raadsinformatiebrief bedoelt, is het gemeentelijke bomenbeleid van toepassing (kapaanvraag bij de gemeente) en niet de Wet natuurbescherming (melding bij de provincie). Wat voor risico neemt u als u niet de juiste procedure volgt/heeft gevolgd?
b. Is het mogelijk dat hierdoor de financiële middelen in het geding komen voor de groenrecreatieve invulling van Waterrijk, ’t Hammetje en Speelpolder?

Toelichting:

In de Raadsinformatiebrief 2022-094 van 1 november ‘Uitgifte kavels aan de Achterhoekerweg’ beschrijft het college voorbereidende werkzaamheden voor de realisatie van woningen op de erven van Achterhoekerweg 1a en 6. Op de percelen worden 80 tot 125 bomen gekapt om ruimte te maken voor nieuwe woningen en infrastructuur.

De gekapte haag

Onlangs is de haag van inheemse bomen en heesters verwijderd rondom het perceel van de Logeertuin. In deze driehoek naast Achterhoekerweg 6 (zie bijlage 1) groeiden een aantal jaren de bomen en struiken voor het Voedselbos. De haag is in 2016 door de gemeente geplant en was intussen uitgegroeid tot een prachtige haag met veel groene waarden, zoals voor landschap, ruimtelijke structuur, ecologie, klimaat en milieu. In de Toelichting van het bestemmingsplan en in het zogenaamde kavelpaspoort van het perceel Achterhoekerweg 6 staat: “De beplanting op deze kavel is kenmerkend en waardevol.” Op de tekening van de gewenste landschappelijke inrichting staat beplanting aangegeven juist ter hoogte van de gekapte haag. De haag lag op de plek die in het bestemmingsplan is bestemd voor ‘Tuin –Landschapswaarden’. Ook paste hij prima in de aangegeven bestemming ‘de instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige landschapswaarden in de vorm van een groene inrichting die hoort bij een overgangszone van wonen naar het aangrenzende natuurgebied’.
Daarnaast geldt voor het perceel van de Logeertuin de bestemmingsaanduiding ‘overige zone – beeldkwaliteit’. Daar gelden beeldkwaliteitseisen voor het bouwen en inrichten. Deze zijn te vinden in Bijlage 3 bij de Regels: Beeldkwaliteitseisen Over de Laak – Waterrijk. Daar is te lezen (zie onder 1. Erven): “Van oudsher zijn erven op een bepaalde manier ontstaan en gegroeid. Daardoor zijn het duidelijk herkenbare eenheden met een logische plek in het landschap. Bij veranderingen of nieuwe erven is het belangrijk om de herkenbare eenheden van erven te behouden. Zodat de nieuwe erven bijdragen aan de versterking van het landschap en de ruimtelijke kwaliteit.” Juist de verwijderde haag paste precies bij de hier gewenste en te behouden landschapswaarden. Zie de (onder 5.Beplantingen) opgesomde soorten beplantingen: “Rijen knotwilgen, elzensingels en groepsgewijze beplanting verzachten randen; Beplantingen bestaan uit inheemse boom- en struikensoorten als els, es, veldesdoorn, haagbeuk en fruitdragende struiken als vlierbes en dergelijken.”
Tenslotte had het Voedselbos de haag graag willen overnemen en verplaatsen, om de groenwaarde voor de omgeving te behouden.

Ecologisch onderzoek (is verlopen)

Uit ecologisch onderzoek van bureau Waardenburg (december 2017) bleek het volgende: “De beplanting rond de erven en langs wegen maakt deel uit van het foerageergebied van de uilen en biedt nestplaatsen aan andere broedvogels van landelijk gebied. Het kappen van deze beplanting kan de kwaliteit van de territoria van uilen aantasten en het verwijderen van beplanting rond de erven ook het leefgebied van huismus.” Dit geldt ook voor de percelen waar gekapt is en waar volgens de raadsinformatiebrief nog gekapt gaat worden.
Ook staat in het ecologisch onderzoek: “Bij erven waarbij de bebouwing geheel of deels omsloten is door bomen en struiken zal dit besloten karakter behouden blijven. De in het kader van een herinrichting te verwijderen bomen en struiken worden op of rond het erf vervangen door nieuwe aanplant, zodanig dat een vergelijkbaar oppervlak opgaand groen behouden blijft.” Ecologische rapporten zijn maar 3 jaar houdbaar in het kader van de Wet natuurbescherming. Maar in de raadsinformatiebrief staat niets over een actualisatie van het juridisch noodzakelijk ecologisch onderzoek. De genoemde “periodieke schouw door een gecertificeerd ecoloog” en het “zoveel mogelijk afstemmen op het ecologisch werkprotocol” kunnen zo’n juridisch vereist recent ecologisch onderzoek niet vervangen.

Behoud van Groene waarden

Behoud van groene waarden is ook benoemd in het coalitieakkoord ‘Akkoord!’: “VERGROENING EN BIODIVERSITEIT; DIT DOEN WE CONCREET […] We nemen vergroening als uitgangspunt bij de herinrichting […] van straten en bij de inrichting van de openbare ruimte wanneer we inbreiden. Ook is de bestaande natuur uitgangspunt bij het bouwrijp maken van kavels.”

Optimale afweging?

Het college schrijft in de raadsinformatiebrief: “In het samenstellen van de verschillende ontwerpen en de totale gebiedsontwikkeling is een optimale afweging gemaakt tussen ruimtelijke kwaliteit, natuur en maatschappelijke relevantie.” Het bevreemdt de fractie van de Partij voor de Dieren dat desondanks zoveel bomen en andere houtopstanden (mogelijk) gekapt gaan worden en de haag rondom de logeertuin met de grond is gelijk gemaakt. Daarom vraagt zij het college om in deze en toekomstige gevallen, met inachtneming van het bomenbeleid, te kijken naar zo optimaal mogelijk behoud van bomen en andere houtopstanden. Mocht behoud echt niet mogelijk zijn, dan vraagt de fractie het college om onderzoek te doen naar herbestemming, zodat groenwaarden behouden blijven.

Indiendatum: 23 nov. 2022
Antwoorddatum: 13 dec. 2022

Inleiding door het college(facultatief)

In 2016 is de ontwikkelingsvisie over de Laak vastgesteld. De visie geeft invulling aan een groen recreatieve inrichting van de bij de gemeente in eigendom zijnde gronden in het gebied. Dat gaat om drie deelgebieden; ’t Hammetje, Speelpolder en Waterrijk. In 2009 hebben de gemeente en de provincie de samenwerkingsovereenkomst Groen Blauwe structuur Amersfoort gesloten. In de samenwerkingsovereenkomst is een provinciale stimuleringsbijdrage afgesproken, voor de invulling van het gebied over de Laak als groen – recreatief uitloopgebied. Met de groei van de wijk Vathorst is de recreatieve behoefte in het gebied toegenomen. Om de recreatieve druk in de polder Arkenheem en het Hoevelakense bos te verminderen is het belangrijk om de groen – recreatieve invulling van het gebied over de Laak te stimuleren.
In 2016 is besloten dat de verdere financiering van de groen – recreatieve ontwikkeling wordt vormgegeven met de uitgifte van een aantal bouwkavels. De deelgebieden worden in fases ontwikkeld. Waterrijk is als eerste ontwikkeld, daarna volgt ‘t Hammetje en Speelpolder. In de ontwikkeling van de deelgebieden en de uitgifte van de bouwkavels houden we zoveel mogelijk rekening met het bestaande groen. Met de ontwikkeling van de deelgebieden voegen we meer natuur en groen aan de stad toe, en worden de bestaande kwaliteiten versterkt. We kunnen niet voorkomen dat er groen wordt verwijderd, of op een andere manier wordt ingericht. Hiervoor maken we een integrale afweging op basis van verschillende aspecten en de in de ontwikkelingsvisie benoemde uitgangspunten. Waarbij we in het oog houden dat we uiteindelijk meer en kwalitatief hoogwaardiger groen aan de stad toevoegen.
Hierbij laten we ons adviseren door gespecialiseerde ecologische adviesbureaus. Dit is een continuproces waarbij wordt gekeken naar de actualiteit en de uitkomsten van de verschillende onderzoeken i.r.t. de beoogde ontwikkelingen in dit gebied.

Antwoord 1:

In 2016 is de ontwikkelingsvisie over de Laak door uw raad vastgesteld. Deze visie beschrijft de groen – recreatieve ontwikkeling van de gemeentelijke percelen Waterrijk, Speelpolder en ’t Hammetje en benoemt de verkoop van een aantal woningbouwkavels. De opbrengst van de verkoop van de kavels is nodig om het groen- recreatieve gebied te kunnen realiseren. In het gebied is een aantal voormalig agrarisch erven gesitueerd met bebouwing van matige kwaliteit. De kwalitatief matige bebouwing wordt gesloopt, zodat er ruimte ontstaat voor de uitgifte van een aantal nieuwe kavels en de kwaliteit van het landschap en de bebouwing wordt versterkt. De opbrengsten worden gebruikt voor de groen – recreatieve ontwikkeling, waaronder bijvoorbeeld de inmiddels gerealiseerde 14 hectare natuur in Waterrijk en de maatschappelijke voorzieningen van circa 3 hectare groot voor Tuinpark Laakzijde. Op een aantal uit te geven kavels staan bomen van verschillende afmetingen. Het is in de uitwerking van de kavels niet mogelijk gebleken om de kavels te kunnen ontwikkelen zonder bomen te kappen. De te kappen bomen staan direct op de bouwvlakken en op de benodigde infrastructuur. Daarnaast blijkt uit geotechnisch onderzoek dat een deel van de kavels moet worden opgehoogd, in verband met het voorkomen van wateroverlast. Het behoud van zoveel mogelijk bomen vinden wij uiteraard zeer belangrijk. In de uitwerking is zoveel mogelijk rekening gehouden met het verminderen van de impact op de bomen. Ongeveer 75% van de bomen blijft behouden, desondanks is het op deze locatie niet mogelijk gebleken om kavels te ontwikkelen zonder dat er bomen moeten worden gekapt en andere beplanting moet worden verwijderd.

Antwoord 2a:

Nee, in dit specifieke geval betreft het verwilderd groen en opschot onder andere in en direct langs de watergang op perceel C. Dit voormalig agrarisch perceel is sinds eind 2017 / begin 2018 in gebruik genomen als een tijdelijke logeertuin voor bomen en heesters voor het voedselbos. Deze bomen en heesters zijn uiteindelijk later verplant dan aanvankelijk de bedoeling was. In deze periode is er weinig onderhoud uitgevoerd waardoor het terrein enigszins is verwilderd. Het perceel, met de verkoopbenaming 6C, is ontstaan doordat de oude Achterhoekerweg is verlegd. Dit voormalig agrarisch perceel kwam vervolgens tussen de oude Achterhoekerweg en de nieuwe Achterhoekerweg in te liggen. Dit perceel is geen direct onderdeel van Achterhoekerweg 6 en geen onderdeel van Waterrijk. Op dit voormalig agrarisch perceel stond geen beplanting. Het perceel werd met regelmaat gemaaid. De gemeente heeft dit terrein eind 2017, begin 2018 (zie luchtfoto’s hieronder) kosteloos ter beschikking gesteld als logeertuin voor bomen bestemd voor het voedselbos in Tuinpark Laakzijde. Deze bomen en heesters mochten hier staan in afwachting van de ontwikkeling van het deelgebied Waterrijk. In de afgelopen jaren heeft de gemeente het terrein voor het voedselbos, stadslandbouw en Waterrijk ontwikkeld. Omdat het perceel in gebruik was als opslagruimte voor het voedselbos hebben we het terrein en de ‘slootkanten’ niet meer onderhouden. Normaliter wordt de slootkant en het perceel met enige regelmaat gemaaid. De bomen voor het voedselbos zouden eind 2021 verplant worden, maar de organisatie van het voedselbos gaf aan dat dit niet wenselijk was, omdat het terrein te nat was. Eind oktober 2022 zijn de bomen en heesters uiteindelijk in opdracht van de gemeente, in overleg met de organisatie van het voedselbos, naar de definitieve locatie verhuisd. Aansluitend is het achterstallig onderhoud aan de slootkanten uitgevoerd en is het terrein gemaaid. Het perceel staat inmiddels enkele weken in de verkoop. De verkoopprocedure sluit medio januari. Uit eerder uitgevoerd geotechnisch onderzoek is gebleken dat het terrein met circa 1 meter moet worden opgehoogd. Dit heeft ermee te maken dat terrein lager ligt dan de naastgelegen openbare ruimte en het waterpeil van de Laak net iets lager is dan het maaiveld van dit perceel. Dit zorgt er onder andere voor dat het grondwater dicht onder het maaiveld ligt. Voor de bouw van een duurzame toekomstbestendige woning is het belangrijk dat het terrein wordt opgehoogd. Voor het ophogen van het terrein moet de begroeiing verwijderd zijn.

Antwoord 2b:

Het college vindt in basis al het groen in de stad belangrijk. Bij planontwikkeling maken we echter per specifieke situatie een integrale afweging, in welke mate groen te behouden is en of er sprake is van te beschermen waarden. Groen maakt daarmee onderdeel uit van de integrale afweging. In deze specifieke situatie is er door uw raad in 2016 besloten in dit gebied woningbouwkavels uit te geven. In de tijdelijkheid hebben we het voormalig agrarisch perceel C als logeertuin ter beschikking gesteld voor bomen en heesters bestemd voor het voedselbos in Tuinpark Laakzijde. Voordat de kavel in gebruik werd genomen was het perceel volledig leeg. Alle bomen en heesters voor het voedselbos zijn verplant. Wat overbleef is een deel verwilderd grasland en een deel opschot wat snel de lucht in is geschoten in en direct naast de ontwateringsgreppel van het perceel. De kavel staat in de verkoop. Om een duurzame toekomstbestendige woning te kunnen realiseren is het nodig om perceel C op te hogen. Voordat het perceel wordt opgehoogd moet er begroeiing verwijderd worden, zodat er na de ophoging geen storende laag in de ondergrond aanwezig is waar het water niet kan infiltreren. Per kavel hebben we een inschatting gemaakt welke groenwaarden we kunnen en moeten behouden. De bomen en beplanting die niet verwijderd hoeven te worden laten we dan ook staan.

Antwoord 2c:

Zie voor de ontwikkeling Achterhoekerweg de raadsinformatiebrief (094). Bij andere ontwikkelingen wordt een integrale afweging gemaakt, waarbij we zorgvuldig bekijken hoe groen bespaard kan worden en daar wordt op de gebruikelijke manier over gecommuniceerd.

Antwoord 3a:

Nee. In deze specifieke situatie voor perceel C gaat het over verwilderde begroeiing en opschot. In 2016 is er door uw raad besloten om onder andere dit perceel geschikt te maken voor de verkoop als bouwkavel. In de tijdelijkheid is dit perceel als logeertuin gebruikt. Inmiddels zijn alle bomen en heesters voor het voedselbos verplant en direct daarna is de verwilderde beplanting en opschot verwijderd, met oog op de geadviseerde ophoging van de kavel en de ontwatering van het perceel. De toekomstige koper krijgt de plicht om de watergang schoon te houden van beplanting, zodat de doorstroom van de watergang en de ontwatering niet in het geding komt.

Antwoord 3b:

We hebben deze werkzaamheden als niet vergunning-plichtig beoordeeld. Omdat het gaat om het uitvoeren van maaionderhoud aan verwilderd grasland, en het verwijderen van natuurlijk opschot direct in en naast de ontwateringsgreppel van een voormalig agrarisch perceel buiten de bebouwde kom. Het was bekend dat het perceel als woningbouwkavel verkocht gaat worden en dat er wordt geadviseerd om de kavel op te hogen. De waardevolle begroeiing (bomen en heesters) is naar het voedselbos in Tuinpark Laakzijde verplant. De kavel is daarmee geschikt gemaakt voor de werkzaamheden die de toekomstige koper moet uitvoeren. De toekomstige koper moet na de aankoop van het perceel een ontwerp voor de woning opstellen en een groenplan uitwerken dat aansluit bij de landschappelijke kwaliteiten van dit gebied.

Antwoord 4:

Op perceel C staat geen houtopstand / bomen. Op perceel B en A staan 357 bomen. Op het perceel rond Achterhoekerweg 1A staan 138 bomen en een aantal conifeerhagen. Het totaal komt daarmee uit op 495 bomen, op de uit te geven bouwkavels. De bomen in de openbare ruimte zijn in deze telling niet meegenomen. Het aantal te verwijderen bomen, zoals in de RIB is beschreven, komt daarmee uit op ongeveer een kwart van het totaal aantal bomen, op de bouwkavels.

Antwoord 5:

Er is in lijn met de Bomenleidraad een Bomeneffectrapportage opgesteld, waarin alle bomen op de woningbouwkavels zijn geïnventariseerd. In de rapportage zijn de kwaliteit van de bomen en de ecologische effecten van de geplande bomenkap geanalyseerd. Daarnaast zijn er diverse ecologische onderzoeken uitgevoerd, waarin alle uit te voeren werkzaamheden zijn beschouwd. Er zijn beschermde diersoorten in de te slopen schuren aangetroffen. Om de werkzaamheden uit te kunnen voeren hebben we een ontheffing Wet Natuurbescherming aangevraagd. Voor de sloop van de panden heeft de gemeente de ontheffing ontvangen, voor het kappen van de bomen loopt de procedure nog. In de procedure hebben we bekeken of we de negatieve effecten zoveel mogelijk kunnen voorkomen. Daarnaast hebben we diverse compenserende en mitigerende maatregelen getroffen. De maatregelen zijn met een gespecialiseerd ecologisch adviesbureau en in overleg met de provincie tot stand gekomen. De BER-lijst stellen we desgewenst beschikbaar voor gemeenteraadsleden.

Antwoord 6:

Bij de uitgifte van de kavels spelen verschillende aspecten een rol. We maken daarbij een integrale afweging. Dat zijn bijvoorbeeld aspecten als de bestaande natuurwaarden, de situering van de bomen, de bereikbaarheid van de kavels, de oppervlakte van de kavels, stedenbouwkundige / landschappelijke inpassing, aanleg van nutsvoorzieningen en de verkoopbaarheid van de kavels. We hebben intern meerdere varianten verkend. Zo hebben we gekeken naar verschillende kavelindelingen, posities van de bouwvlakken en de ontsluitingswegen. Op basis van de benoemde aspecten is er een afweging gemaakt over de kavelindeling.
Tijdens de technische voorbereiding is er nog een aantal aanscherpingen doorgevoerd, waardoor een aantal extra bomen kunnen worden behouden. Zo is er het voorstel uitgewerkt om de ontsluitingsweg van perceel A en B aan te passen, waardoor er bomen
behouden kunnen blijven. Ook zijn er mitigerende maatregelen op de kavels en in de directe omgeving getroffen, voor de aangetroffen diersoorten. Uitgangspunt is het gelijk houden en het uitbreiden van het totale foerageergebied voor diersoorten, het aanbrengen van voldoende nestgelegenheid, op de kavels en het gebied buiten de kavels. De werkzaamheden worden volgens een ecologisch werkprotocol uitgevoerd. In dit proces hebben we samen met een gespecialiseerd ecologisch adviesbureau en de provincie zorgvuldig de effecten geanalyseerd en maatregelen getroffen om de impact voor de aanwezige flora en fauna te verminderen en te voorkomen. We kappen alleen bomen die daadwerkelijk op de bouwvlakken en de infrastructuur staan. Daarnaast moeten een aantal bomen gekapt worden voor het ophogen van het bouwvlak en de minimaal benodigde werkruimte om de woning te kunnen realiseren. De bomen die nu op de kaplijst staan behelzen dan ook het absolute minimum wat verwijderd moet worden.

Antwoord 7:

Nee, zie ook de beantwoording van vraag 4a. Perceel C staat los van de herontwikkeling van de Achterhoekerweg 6. Dit is een voormalig agrarisch perceel, die door de verlegging van de Achterhoekerweg ingeklemd is. Het perceel was leeg en in de afgelopen jaren kosteloos uitgeleend als logeertuin voor de bomen en heesters bestemd voor het voedselbos in Tuinpark Laakzijde. Na de verplanting hebben we aansluitend onderhoud uitgevoerd, zodat het perceel geschikt is voor de verkoop als woningbouwkavel.
Luchtfoto 2014 - 2015 kadastrale indeling Achterhoekerweg (bron: topotijdreis)

Antwoord 8:

In 2016 heeft uw raad ingestemd met de ontwikkelingsvisie Over de Laak, waar de uitgifte van woningbouwkavels onderdeel van uitmaakt. Daar is de keuze voor de ontwikkeling al gemaakt. Tijdens de voorbereiding en de uitwerking van de kavels is er naar de
ontwikkelen van kavels. Op de kavels blijft ongeveer 75% van de bomen behouden. In de integrale afweging is er sprake van het uitgangspunt om zoveel mogelijk bomen en groen te behouden. Desalniettemin moet ongeveer 25% verwijderd worden om hier
woningbouwkavels te kunnen ontwikkelen. De opbrengst van de te verkopen kavels dient als financiering voor de groen recreatieve
invulling van de gebieden Waterrijk, Speelpolder en ’t Hammetje. Alleen al in deelgebied Waterrijk is 14 hectare nieuwe natuur en 3 hectare aan duurzame initiatieven ontwikkeld, zoals een voedselbos en Stadslandbouw. De ontwikkeling van de woningbouwkavels maakt onderdeel uit van de totale ontwikkeling van het gebied. De benodigde werkzaamheden voor de realisatie van de woningbouwkavels beschouwen we dan ook in de totale context van de groen – recreatieve gebiedsontwikkeling, volgens de vastgestelde ontwikkelingsvisie uit 2016.

Antwoord 9:

Zoals deels onder antwoord 8 aangegeven is aan de westzijde van de Achterhoekerweg een natuurgebied (Waterrijk) van 14 hectare groot ontwikkeld, op voormalig intensief gebruikte agrarische percelen. Daarnaast is er ongeveer 3 hectare aan maatschappelijke
functies, volkstuinen, stadslandbouw en een voedselbos ontwikkeld. Dit zijn allemaal functies die een duurzame samenleving ondersteunen en waar educatie plaatsvindt op het gebied van lokaal en op een ecologisch verantwoorde manier van voedsel verbouwen. Deze ontwikkelingen zijn gefinancierd, ontwikkeld en mogelijk gemaakt door de gemeente. Het totale oppervlakte aan groen in het gebied is met vele hectares uitgebreid ten opzichte van het groen wat verwijderd wordt voor de ontwikkeling van de kavels. Er is dus wel degelijk sprake van een volwaardige en zeer uitgebreide groencompensatie. Er is namelijk sprake van natuurontwikkeling in het gebied boven de Laak, volgens de groen – recreatieve uitgangspunten van de vastgestelde ontwikkelingsvisie. In het natuurgebied Waterrijk streven we een natuurdoeltype na die in de stad niet veelvuldig aanwezig is. We sluiten daarmee aan bij de ambities van de stad om de biodiversiteit te vergroten. Naast dat we veel meer natuur en groen toevoegen dan dat er wordt verwijderd, planten we direct naast de kavels ook nog een aantal bomen, om het verlies aan groen en bomen zoveel mogelijk te compenseren en nog uit te breiden. Ook worden de toekomstige kopers van de kavels verplicht om een groenplan voor te leggen en rekening te houden met de bestaande landschapswaarden.

Antwoord 10:

Dat is niet altijd te voorkomen. Per individuele situatie zullen we dat integraal moeten afwegen. Of voor een kaveluitgifte groen moet worden verwijderd, hangt af van aantal aspecten zoals benoemd onder antwoord 6. Hier communiceren we op de gebruikelijke manier (via onder andere een RIB en het bestemmingsplan) over. De nog te ontwikkelen kavels worden overigens niet schoon opgeleverd, maar veelal verkocht met aanwezige bomen. Zoals onder antwoord 1 aangegeven verwijderen we alleen bomen voor de directe ontwikkeling van de woningen en de benodigde infrastructuur.

Antwoord 11:

Onderdeel van de Bomen Effect Rapportage is het onderzoek naar de verplantbaarheid van de bomen. De verplantbaarheid van de bomen op de andere kavels in dit gebied wordt door de experts zeer laag ingeschat, onder andere vanwege de kwaliteit van de bomen en de kans van aanslaan na het verplanten. Indien er op de nog uit te geven kavels heesters, of andere beplanting aanwezig is die voor de stichting interessant is, dan gaan we graag in gesprek. Voor de te kappen bomen gaan we in gesprek met de organisatie KeistadHout. Deze organisatie mag de geschikte bomen overnemen, zodat ze daar vervolgens weer lokaal geproduceerde houtproducten van kunnen maken, zoals banken en tafels.

Antwoord 12:

Dat is onjuist. De knotwilgen langs perceel C, die als mogelijk belangrijk cultuurhistorisch landschapselement benoemd zijn, staan er nog en zijn niet teniet gedaan. Wat de actuele staat van onderhoud is moet onderzocht worden. Eén knotwilg vertoont tekenen van
uitval. Het voornemen is om de bestaande knotwilgenrij langs perceel C zoveel mogelijk uit te breiden (zie ook de beantwoording van vraag 9).

Antwoord 13:

We zijn in gesprek met de provincie over de ontheffing op het gebied van de wet natuurbescherming. Er is een belangrijke overlap in de afweging van de ecologische onderzoeken (de ontheffingsaanvraag) en de voorgenomen kap. De provincie is dan ook het
gezag die beide belangen in deze situatie het beste kan beoordelen. Het gebied boven de Laak valt niet onder de bebouwde kom en daarmee is de provincie in beginsel het bevoegd gezag, met een aantal uitzonderingsgronden. Een deel van de percelen is nog geen erf of een tuin, maar een voormalig agrarisch perceel. De percelen worden geschikt gemaakt voor de uitgifte van een aantal woningbouwkavels waarna er erven zullen ontstaan. Zoals beschreven is in de RIB, leidt het niet uitgeven van de kavels tot een fors financieel tekort. Als dat tekort niet op een andere manier wordt gedekt dan kunnen Speelpolder en ’t Hammetje niet volgens de uitgangspunten van de ontwikkelingsvisie ontwikkeld worden.