Naleving Wet dieren tijdens Dorps­feest Hoogland

Indiendatum: 7 sep. 2023
Antwoorddatum: 26 sep. 2023

Vragen & antwoorden van het college

Afgestemd portefeuillehouder(s)

Burgemeester Lucas Bolsius
Wethouder Johnas van Lammeren
Wethouder Tyas Bijlholt

1. Is het college het met de fractie van Partij voor de Dieren eens dat een evenement geen redelijk doel is waarvoor het welzijn of de gezondheid van een dier benadeeld mag worden?
   
   Ja, daar is het college mee eens.
   
   
2. Beschikt het college over voldoende informatie om te kunnen beoordelen of de organisatoren en deelnemers zich tijdens Dorpsfeest Hoogland aan de Wet dieren zullen houden?
   Wil het college voor elk van de volgende aspecten die in de Wet dieren (artikel 1.3 lid 3) benoemd worden, aangeven of en hoe dit het geval?
   Volgens de Wet dieren moeten dieren gevrijwaard zijn van a) dorst, honger en onjuiste voeding; b) fysiek en fysiologisch ongerief; c) pijn, verwonding en ziektes; d) angst en chronische stress; e) beperking van hun natuurlijk gedrag.
   
   Nee, het college heeft niet voldoende informatie om te kunnen beoordelen. De handhaving van de Wet Dieren is niet belegd bij de gemeente, maar bij de (dieren)politie, de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
   Voor de subsidieverlening is informatie aan de organisatie over artikel 1.3 in de wet Dieren gevraagd om te kunnen beoordelen of de aanvraag evident niet in strijd is met landelijke wetgeving. In de bijlage is de beantwoording van deze vragen opgenomen. Op basis van de antwoorden heeft de gemeente de subsidie verstrekt.
   
   
3. Hoe controleert de gemeente op het welzijn van de dieren tijdens en rondom het evenement?
   
   De gemeente is niet de handhavende instantie aangaande de Wet dieren. Voor deze editie is vooraf aan de NVWA om een toetsing gevraagd, om hiermee ook de organisator van advies te voorzien.
   De NVWA heeft hier geen prioriteit aan gegeven, zij komen alleen in geval van meldingen controleren.
   
   
4. Als er levende dieren aanwezig zijn tijdens evenementen, hoe wordt dit dan verwerkt in de plannen voor openbare orde en veiligheid? Wordt er expliciet rekening gehouden met levende dieren? Bijvoorbeeld (maar niet uitsluitend) als het gaat om evacuatie? Kan het college inzicht geven in hoe dit geregeld is voor Dorpsfeest Hoogland?
   
   De veiligheid, het stallen, vervoer en bewegingen over het terrein met een dier, wordt door Dorpsfeest Hoogland onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar gesteld, ook bij evacuatie.
   Dit betreft zowel de paardensportwedstrijden als de overige programma onderdelen. Om bij een ontruiming buiten de publieksstroom te blijven, hanteert de organisatie als dierencalamiteitenroute de zogenaamde deelnemersroute (vergelijkbaar met een artiesteningang). Deze is niet in de nabijheid van de hoofdingang waar de bezoekers binnenkomen.
   Daarnaast wordt er in de weken voorafgaand aan de sportwedstrijd, het wedstrijdterrein gecheckt en bewerkt. Denk hierbij aan het opvullen van gaten, juiste lengte van het gras i.v.m. gladheid en op een drassige of juist te droge bodem. Gedurende de wedstrijddag wordt het wedstrijdterrein eventueel verplaatst indien slijtage van het terrein op bepaalde plekken te erg is. Bij onweer wordt onmiddellijk de wedstrijd stilgelegd. De door de Hippische bond aangewezen official is tijdens de wedstrijddag verantwoordelijk voor het toezicht op genoemde veiligheidsaspecten.
   
   
5. De aangespannen paardensport gebruikt pijnlijke dwangmiddelen om paarden in volstrekt onnatuurlijke houdingen te forceren. Kan het college garanderen dat bij de Paardensportdag op 16 september geen sprake is van het gebruik van: a) opzetbeugels; b) opzetbitten; c) neusriemen; d) sperriemen; e) staartbeugels; d) verzwaard beslag; e) oorproppen.
   
   Dit kan het college niet garanderen. De wedstrijden worden verreden onder een reglement, de wijze waarop individuele deelnemers hiermee omgaan wordt niet door ons getoetst. En de handhaving is aan de opstellers van het reglement, dit betreft de organisatie en/of een betrokken bond.
   
   
6. Deelt het college het standpunt dat welzijn en gezondheid van paarden niet gewaarborgd kunnen worden wanneer de dieren gedwongen worden tot een onnatuurlijke houding en beweging?
   
   Het college kan hier niet over oordelen. Er is geen juridisch kader om te oordelen wat het effect is van onnatuurlijk gedrag bij paarden.
   
   
7. Is het college bereid om in gesprek te gaan met de organisatie van Dorpsfeest Hoogland om duidelijkheid te verkrijgen over de naleving van de Wet dieren, dit jaar en bij eventuele volgende edities?
   
   Gesprekken zijn gevoerd in voorbereiding op het evenement door betrokken ambtenaren. De organisatie is bereid om verdere stappen te ondernemen om het welzijn van dieren te borgen en gaat hierover met u in gesprek. Wij waarderen de organisatie voor het feit dat zij ook willen blijven leren.