Rechter oordeelt, ten onrechte geen natuur­ver­gunning voor Amers­foortse biomas­sa­cen­trales

Indiendatum: 15 mei 2025

Schriftelijke vragen

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

1. Is het college op de hoogte van dit nieuws en wat is zijn eerste reactie?

2. Wat is de verwachte impact van de rechterlijke uitspraak op de biomassacentrales in Amersfoort?

3. Heeft het college contact gezocht met de provincie Utrecht en is bekend wat de provincie nu gaat doen? 

4. In het coalitieakkoord 2022-2026 is afgesproken: “We ontmoedigen het huidige gebruik van biomassa in gesprekken met bedrijven”. Is de rechterlijke uitspraak aanleiding voor het college om in gesprek te gaan met het Warmtebedrijf Amersfoort over het gebruik van alternatieve duurzame warmtebronnen? 

5. Hoe gaat het Amersfoortse college zich ervoor inzetten dat het Warmtebedrijf zich houdt aan de wettelijke natuurbescherming?

Toelichting

Op de website van Nieuwsplein033 lezen we een artikel van Peter de Langen met de kop: “Biomassacentrales mogelijk dicht, Warmtebedrijf Amersfoort werkt zonder juiste vergunning”. Inhet artikel staat dat voor de twee biomassacentrales in Amersfoort een natuurvergunning nodig was geweest. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde vorige week dat de provincie Utrecht, die deze vergunning eerder niet nodig vond, ten onrechte niet heeft gehandhaafd op het ontbreken van deze vergunning. Stichting Mobilisation had de provincie Utrecht gevraagd om handhaving van de Wet Natuurbescherming (inmiddels opgenomen in de Omgevingswet) waarin de bescherming van Nederlandse natuur wordt gewaarborgd. De schrijver van het artikel stelt dat het ontbreken van de benodigde natuurvergunning ‘kan leiden tot het staken van de bedrijfsactiviteiten’. 

De fractie van de Partij voor de Dieren Amersfoort vindt het gebruik van houtige biomassa niet duurzaam, niet CO2-neutraal en geen oplossing voor het energievraagstuk. Bovendien vindt de Partij voor de Dieren het vanzelfsprekend dat Amersfoortse bedrijven zich houden aan de wettelijke natuurbescherming.